In oktober 2024 bevonden zich bijna 9,8 miljoen mensen tussen de 15 en 75 jaar met betaald werk. Dit aantal daalde de afgelopen drie maanden gemiddeld met 11 duizend per maand. Het percentage werkenden kwam in oktober uit op 72,8%, een daling ten opzichte van 73,3% drie maanden eerder. De werkloosheid bleef vrijwel gelijk, met 376 duizend werklozen, wat 3,7% van de beroepsbevolking vertegenwoordigt. UWV registreerde eind oktober 179 duizend lopende WW-uitkeringen. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS.
Werkzame beroepsbevolking
De werkzame beroepsbevolking, dat wil zeggen de mensen die betaald werk hebben, daalde in oktober met gemiddeld 11 duizend per maand. De werkloosheid, gemeten in termen van werkloze beroepsbevolking, bleef relatief stabiel met 376 duizend werklozen. De beroepsbevolking zelf, de groep die actief op zoek is naar werk of een baan heeft, daalde met 9 duizend per maand.
De niet-beroepsbevolking, de groep mensen die geen betaald werk heeft en ook niet recent op zoek is gegaan naar werk, is in oktober met 20 duizend per maand gegroeid. Dit betreft vooral mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Deze groep groeide de afgelopen drie maanden gemiddeld met 20 duizend per maand.
In oktober steeg het aantal WW-uitkeringen met 3,9% tot 179 duizend. Er kwamen 27,6 duizend nieuwe WW-uitkeringen bij, terwijl 20,9 duizend WW-uitkeringen beëindigd werden. De stijging van het aantal WW-uitkeringen werd voornamelijk gezien in sectoren met seizoensgebonden werk, zoals landbouw, groenvoorziening, visserij (13,5%), horeca en catering (9,4%), en vervoer en logistiek (5,4%). Deze sectoren hebben een seizoensgebonden werkpatroon, wat zorgt voor een toename van WW-uitkeringen na de zomer.
Daling in nettoarbeidsparticipatie
De nettoarbeidsparticipatie, het percentage werkenden ten opzichte van de totale bevolking van 15 tot 75 jaar, is in oktober gedaald naar 72,8%. Dit is een daling ten opzichte van het hoogtepunt van 73,4% in juni 2024. De afname was zichtbaar in alle leeftijdsgroepen, maar het sterkst bij de 15- tot 25-jarigen. In het derde kwartaal was er vooral een afname in het aantal werkenden met minder complexe taken, terwijl het aantal werkenden in beroepen met complexe of zeer complexe taken nog wel toenam.
In oktober 2024 was er een netto afname van werkenden, wat voornamelijk werd veroorzaakt door een hogere uitstroom van werkenden naar de niet-beroepsbevolking en een afname van de instroom van werklozen naar de werkzame beroepsbevolking.
Toekomstige vooruitzichten
De daling van het aantal werkenden en de stijging van de WW-uitkeringen kunnen wijzen op een afkoeling van de arbeidsmarkt. Dit kan deels te maken hebben met seizoensgebonden fluctuaties in werkgelegenheid. In de komende maanden wordt verwacht dat de werkloosheid relatief stabiel blijft, hoewel de instroom in de WW wellicht zal toenemen in sectoren die gevoelig zijn voor seizoenstrends.